Uitstel gedrag aanpakken

Uitstel gedrag aanpakkenVan opzien tegen situaties naar DIT IS EEN MAKKIE!

Je hebt vast wel de ervaring gehad dat bepaalde zaken waartegen jij op voorhand enorm tegen op zag en achteraf enorm meevielen.

Wanneer je tegen spannende situaties opziet is de neiging groot de onrust die je voelt weg te willen eten. Daarnaast is uitstel gedrag het gevolg. Dit kan je echter veranderen!

Met deze oefening kan jij eenvoudig je negatieve gedachtes over zaken waartegen jij tegen opziet aanpakken. Daarmee de neiging tot uitstel gedrag doorbreken.

Voor deze oefening heb je 2 vellen papier en een pen of stift nodig.

stap 1 Denk aan een ervaring die je hebt gehad waarbij je uitstel gedrag succesvol aanpakte

Als je aan die situatie terug denkt;
  • Wat zie je dan?
  • Is het een gekleurd of een zwart – wit beeld?
  • Beweegt het beeld of staat het stil?
  • Sta jij in het beeld of kijk je naar een scherm?
  • Hoe groot is het beeld dat je ziet?
  • Klein, middelgroot, groot, beeldvullend?
  • Zie je het beeld recht voor je, schuin naar beneden / boven,naar links / rechts?
  • Is er wel of geen kader om het beeld?
  • Wat hoor je?
  • Wat voel je?
  • Waar voel je dat?
  • Wat zei je toen tegen jezelf?

Schrijf dit alles op een vel.

Stap 2 Denk aan een situatie waartegen jij opziet en de neiging tot uitstel gedrag voelt.

Als jij aan die situatie denkt;
  • Wat zie je dan?
  • Is het een gekleurd of een zwart – wit beeld?
  • Beweegt het beeld of staat het stil?
  • Sta jij in het beeld of kijk je naar een scherm?
  • Hoe groot is het beeld dat je ziet?
  • Klein, middelgroot, groot, beeldvullend?
  • Zie je het beeld recht voor je, schuin naar beneden / boven,naar links / rechts?
  • Is er wel of geen kader om het beeld?
  • Wat hoor je?
  • Wat voel je?
  • Waar voel je dat?
  • Wat zei je toen tegen jezelf?
  • Wat zei je toen tegen jezelf?

Schrijf dit op het tweede vel.

Stap 3 Schrijf op de andere kant van het eerste vel één woord dat uitdrukt hoe jij je toen voelde.

Leg dit papier op de grond met de kant waar de uitdrukking van het gevoel op staat naar boven.

Schrijf op de andere kant van het tweede vel één woord dat uitdrukt hoe jij tegen de toekomstige situatie opziet. Leg dit papier ook op de grond, met de uitdrukking van het gevoel naar boven.

Ga op het eerste vel staan. Stel je voor dat je midden in die meevallende situatie staat.
 Voel hoe jij je toen voelde.
 Zie wat je toen zag.

Hoor het geluid.
 Maak dit alles zo sterk mogelijk. Knijp nu tegelijkertijd 10 seconden in een vinger (maakt niet uit welke).

Stap daarna, zonder je vinger los te laten op het andere vel. Houd je vinger nog 5 seconden vast. Denk aan iets anders. Bijvoorbeeld, wat heb gister na het avondeten gedaan?

Denk nu opnieuw aan de situatie waartegen je hebt opgezien. Bemerk het verschil.
Reactie plaatsen